menu

Wat heeft de Griekse crisis de Nederlandse belastingbetaler tot nu toe gekost?

Wat heeft de Griekse crisis de Nederlandse belastingbetaler tot nu toe gekost?

Terwijl FvD-voorzitter Thierry Baudet op dit moment in Athene is om met eigen ogen te zien wat de politieke en humanitaire gevolgen zijn van de Eurocrisis, publiceert financiële marktenspecialist Hugo Berkhout (lid Raad van Advies FvD) hier zijn analyse van de kosten die de Eurocrisis voor Nederland met zich mee heeft gebracht.

De kosten van de ‘redding’ van de zuidelijke Eurolanden zijn onmogelijk exact te voorspellen: daarvoor zijn er teveel onzekerheden. Maar de kans dat we de € 22 miljard die Nederland in totaal heeft uitstaan in Griekenland terugkrijgen is zeer klein.

Dit bedrag is opgebouwd uit € 3.2 miljard die Nederland direct heeft overgemaakt aan Griekenland, € 8 miljard die Nederland via het EFSF heeft uitgeleend, en € 10.8 miljard die we aan garantstellingen via het EFSF, het ESM en het IMF hebben uitstaan. Omgerekend gaat het daarbij om € 1.300,- per Nederlander.

Mark Rutte probeert ons gerust te stellen: het bedrag gaat niet af van de Nederlandse Rijksbegroting maar wordt via de staatsschuld afgedekt: er hoeft dus niet direct te worden bezuinigd. Rutte schuift deze kosten doodleuk door naar de volgende generatie en hoopt dat deze materie voor de meeste kiezers te ingewikkeld is.

Inmiddels hebben verschillende zuidelijke eurolanden ook een zogeheten rentekorting ontvangen. Dat wil zeggen dat ze kunnen lenen tegen een verlaagd rentetarief – en voor Griekenland is die korting nu zo opgelopen dat de rente nu is gedaald tot… nul procent! Geld lenen is dus gratis geworden voor de Grieken – en deze leningen hebben ook nog eens een zeer lange looptijd gekregen van meer dan veertig jaar: als je daar alleen al een paar procent inflatie per jaar op loslaat is het duidelijk: ons geld krijgen we nooit meer terug.

Klaus Regling, de directeur van het ESM, heeft berekend dat de schuld van Griekenland van € 304,6 miljard (waarvan € 57.1 miljard nog uit te lenen), door de verlengingen van de looptijd, verlagen van rentecondities en het niet doorberekenen van “fees and margins” inmiddels al met 40 procent is verlaagd! Wat hier in feite is gebeurd is dat op een ingewikkelde technische manier een 40 procent korting op de Griekse schulden is verleend maar wel zo dat de Noord-Europese kiezers niet meer goed begrijpen wat hier is gebeurd.

De “vooruitgang” in de Griekse hervormingen en waardoor het keer op keer uitkeringen uit het hulpprogramma krijgt, zijn niet of slechts zeer ten dele op feiten gebaseerd. Wanneer de bubbel die de ECB door alle stimuleringsaankopen aan het creëren is barst, en dat kan in feite elk moment gebeuren, zal deze situatie onhoudbaar blijken. Niet alleen Griekenland maar de hele eurozone zal dan weer in een neerwaartse spiraal belanden.

Wat dus in elk geval vermeden moet worden is nóg meer garant staan voor deze bodemloze put. Zolang Griekenland zijn munt niet kan devalueren zal de Griekse concurrentiepositie nooit verbeteren (en zullen wij ons geld dus ook nooit terugzien). Ook zullen de hervormingen (al dan niet doorgevoerd) een wassen neus blijken. Deze Griekse tragedie is echter slechts een symptoom van het mislukte euro-experiment. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Elke dag dat we langer wachten met de beslissing om te stoppen met de euro kost ons meer geld.