menu

Kaag maakt een karikatuur van haar oproep tot 'dialoog'

Kaag maakt een karikatuur van haar oproep tot 'dialoog'

In de Abel Herzberg-lezing die Sigrid Kaag afgelopen zondag hield riep ze op tot „een vruchtbare dialoog”. We dreigen ons vast te bijten in „angst”, waarschuwde de minister. In een poging „het tij te keren” riep ze ons op om „van elkaar te leren”. Dit omdat „de kracht van verantwoordelijkheid” zou liggen in „wat je ermee doet voor een ander, niet voor de eigen achterban”.

Je zou verwachten dat de rest van de speech dan een poging is om serieus in te gaan op de argumenten en ideeën van haar tegenstanders – onder wie ikzelf – die ze wel citeert, maar zonder hen bij naam te noemen. Je verwacht een intellectuele worsteling met critici van de EU. Een uitgestoken hand naar mensen die zich zorgen maken over de ongecontroleerde immigratie. En misschien zelfs een vermanend vingertje naar haar partijgenoten Pechtold en Ollongren – die de democratische vernieuwingsagenda van Van Mierlo aan de wilgen hebben gehangen en het politieke debat hebben vervuild met kant-noch-wal rakende ‘racisme’-verwijten jegens andersdenkenden.

Helaas. Het tegendeel blijkt het geval. De minister maakt een teleurstellende karikatuur van haar eigen oproep tot ‘dialoog’ door nergens in de speech op enige manier blijk te geven van bereidheid tot luisteren naar een botsende mening. Inderdaad: als de rest van haar speech ergens van getuigt, is het van haar eigen onvermogen zich los te maken uit haar eigen angsten. Daarbij maakt ze gebruik van precies de negatieve stereotyperingen die ze haar tegenstanders verwijt. Die zijn volgens haar namelijk „xenofoob”. Hun gedachtegoed leidt tot „ontmenselijking”. Ja, tegenstanders van het globalisme, die willen „de internationale orde” (wat die ook maar moge zijn) simpelweg „slopen”. En terwijl identiteit „gelaagd en complex” is en mensen „niet kunnen worden gereduceerd tot één kenmerk van hun wezen”, roepen haar tegenstanders op tot „tribaal identiteitsdenken”.

Zou zij dit nu werkelijk geloven? Is dit hoe vanuit de ivoren toren van VN-organisaties en D66-feestjes naar het debat wordt gekeken? Of is het campagnetaal in de hoop op een politieke fittie – mogelijk om de impopulaire maatregelen van het kabinet aan het zicht te onttrekken?

In de hele Westerse wereld zien we steeds duidelijker hoe twee visies net zo haaks op elkaar staan als ooit de nachtwakersstaat en de geleide planeconomie. Steeds luider klinkt de kritiek op de ontmanteling van nationale staten door supranationale besluitvorming, Europese eenmaking en mensenrechtenhoven; steeds vaker verzetten bevolkingen zich tegen immigratiestromen, multiculturalisme en islamisering.

Tegenover Macron, Merkel en Verhofstadt staan Trump, Farage en Orbán. Tegenover de centralisatieagenda van Juncker en Draghi staat het ‘Europa van natiestaten’ dat Kurz, Salvini en Weidel bepleiten. Tegenover theedrinker Job Cohen staat Ayaan Hirsi Ali die wijst op de noodzaak onze waarden actief te verdedigen – zo nodig met geweld.

Forum voor Democratie staat in deze traditie. Wij wijzen op de onwenselijkheid de eigen cultuur te verliezen; op het legitieme verlangen van velen om Nederland min-of-meer herkenbaar Nederlands te houden. We wijzen op het belang van soevereiniteit om een functionerende democratie te kunnen hebben; en we betogen dat euromunten, open grenzen en bureaucratische besluitvormingsmechanismen de samenwerking tussen landen eerder frustreren dan faciliteren. Met Samuel Huntingtons Clash of Civilizations in de hand twijfelen we aan de aanname van Francis Fukuyama dat alle culturen en religies uiteindelijk zullen convergeren.

Is dat racistisch of xenofoob of populistisch? Maken we ons daarmee schuldig aan „ontmenselijking” of „tribaal identiteitsdenken”? Natuurlijk niet. Het inperken van immigratie impliceert op geen enkele manier een hekel aan anderen of een boos, van angsten doortrokken wereldbeeld. Door greep te hebben op wie je land binnenkomt kun je een xenofobe afweerreactie juist voorkómen. En een vitale nationale cultuur die met trots wordt uitgedragen kan nieuwkomers juist verwelkomen. Anders dan Kaag denkt betekent het verdedigen van nationale soevereiniteit evenmin dat de „internationale orde moet worden gesloopt”. Juist de klassieke internationale orde is immers op soevereiniteit gebaseerd. Als erfgenamen van Hugo de Groot zouden wij dat in Nederland toch wel moeten weten.

We beleven de grootste ideologische clash sinds de Koude Oorlog. Soevereinisten tegenover globalisten. Multiculturalisten tegenover nationalisten. De ‘dialoog’ die Kaag zo zegt te waarderen maakt zijzelf bij uitstek onmogelijk door ridiculisering van de standpunten van haar tegenstanders. Ze zit vast in haar eigen gelijk, haar eigen gesloten wereldbeeld. Zijzelf ontmenselijkt haar tegenstanders door ze de meest onaangename zaken aan te wrijven. Zijzelf predikt haat en intolerantie.

En als Sigrid Kaag weer de Iraanse president Hassan Rouhani bezoekt, laat ze het dan volgende keer doen als een trotse feministische vrouw, niet met gebogen schouders naar voren en gehoofddoekt als teken van onderwerping. Laat zij de waarden die zij zegt te verdedigen ook hooghouden tegenover een brute dictatuur. De politieke gevangenen in Iran zullen haar dankbaar zijn.