menu

FVD stelt vragen aan Harbers over de asielindustrie

FVD stelt vragen aan Harbers over de asielindustrie

De bron van vele eindeloze asielprocedures zijn de subsidies die de overheid zelf verstrekt aan diverse vluchtelingenorganisaties die met overheidsgeld het overheidsbeleid ondermijnen. FVD eist helderheid van Staatssecretaris van Immigratie, Mark Harbers.

Lees hieronder alle FVD-vragen:


Vraag 1
Hoe lang duurt de gemiddelde asielprocedure?

Vraag 2
Hoeveel procedures zijn thans in totaal aanhangig?

Vraag 3
Hoeveel van de aanhangige procedures lopen al langer dan vijf jaar? En hoeveel langer dan tien jaar?

Vraag 4
Hoeveel procent van de gevallen betreft kinderen onder de 16 jaar?

Vraag 5
In hoeveel procent van de gevallen valt de uiteindelijke beslissing anders uit als gevolg van beroep- en bezwaarprocedures dan de oorspronkelijke beslissing tot afwijzing?

Vraag 6
Welk aandeel hebben vluchtelingenorganisaties die subsidie van de overheid ontvangen in het faciliteren van beroep- en bezwaarprocedures, het ter beschikking stellen van advocaten, het informeren van mogelijkheden tot uitstel, enzovoorts?

Vraag 7
Wordt er naast de 58,4 miljoen euro jaarlijkse subsidie aan Vluchtelingenwerk nog aan andere vluchtelingenorganisaties subsidie uitgekeerd door de overheid? Zo ja, welke organisaties betreft dit en hoeveel subsidie ontvingen deze organisaties in 2017 en hoeveel is hen toegekend in 2018?

Vraag 8
Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat subsidies aan vluchtelingenorganisaties zijn eigen uitzettingsbeleid frustreren?

Vraag 9
Is het een doelbewust onderdeel van overheidsbeleid van de Staatssecretaris om het uitzettingsbeleid zoveel mogelijk te frustreren via subsidies aan Vluchtelingenwerk en gesubsidieerde rechtshulp aan asieladvocaten die er alleen maar op uit zijn asielprocedures zo lang mogelijk te rekken?

Vraag 10
Zo nee, wat meent de Staatssecretaris dan dat het nut is van de subsidies voor Vluchtelingenwerk en andere vluchtelingenorganisaties? 

Vraag 11
Welke concrete stappen gaat de Staatssecretaris ondernemen om de asielprocedure structureel en significant te stroomlijnen en te verkorten opdat nieuwe Lili en Howick situaties zoveel mogelijk worden voorkomen in de toekomst?

Vraag 12

Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat zijn besluit om zijn discretionaire bevoegdheid te gebruiken om de Armeense kinderen een Nederlandse verblijfsvergunning te geven een precedent scheppende werking heeft? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13
Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat zijn besluit wellicht een aanzuigende werking heeft op het zogenaamde ‘procedurestapelen’ door asielzoekers? Zo nee, waarom niet?

Vraag 14
Heeft de Staatssecretaris kennis genomen van het artikel ‘Andere ’Lili en Howicks’ ruiken hun kans’ in de Telegraaf van 10 september 2018?

Vraag 15
Is de Staatssecretaris voornemens om voor al deze gevallen zijn discretionaire bevoegdheid te gebruiken? Zo ja, in hoeveel gevallen? Zo nee, wat onderscheidt in zijn ogen de zaak van de Armeense kinderen van die van de circa 400 andere gevallen?

Vraag 16
Is de Staatssecretaris voorstander van een generaal kinderpardon? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 17
Is de Staatssecretaris - met FVD - van mening dat hoger beroep tegen beslissingen in asielzaken beperkt moeten worden tot één instantie waarbij het feitenrelaas en de omstandigheden niet meer gewijzigd kunnen worden om zo tot een snellere afhandeling van slepende asielprocedures te komen?