menu

FVD: optreden minister Blok veel te soft!

FVD: optreden minister Blok veel te soft!

Nadat het kabinet Rutte jarenlang toekeek, werd deze week bekend dat de minister van Veiligheid en Justitie vier jihadisten het Nederlanderschap ontnam, zoals FVD deze zomer al bepleitte in schriftelijke vragen aan de minister.

Hoewel FVD deze zet van de minister aanmoedigt, is deze maatregel too little too late. In 2016 vonden ruim 50 andere syriëgangers ongehinderd hun weg terug naar Nederland. Deze mensen lopen nu ongemoeid rond door onze straten en zijn nog steeds in het bezit van hun Nederlanderschap.

Bovendien staat een nieuwe golf terugkerende syriëgangers voor de deur. Van de 300 moslimjongeren die de afgelopen jaren vanuit Nederland vertrokken om te vechten voor de Islamitische Staat zijn circa 55 gesneuveld in hun strijd voor het Kalifaat. Dat betekent dat zo’n 200 getrainde jihadisten in Syrië en Irak op het punt staan om terug te keren naar Nederland.

FVD roept de minister daarom op om het Nederlanderschap te ontnemen van alle 300 uitgereisde jihadisten en niet ook maar één nog te laten terugkeren naar Nederland.


Lees hieronder de volledige antwoorden van de minister op de vragen van FVD van 18 augustus 2017:

Vraag 1

Heeft u al concrete stappen gezet om van personen die zich aangesloten hebben bij een internationaal of nationaal gewelddadig conflict, het Nederlanderschap in te trekken op grond van artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, zulks in het belang van de nationale veiligheid? Zo ja, in hoeveel gevallen? Kunt u een toelichting geven omtrent de stand van zaken?

Antwoord op vraag 1

Ik heb in vier gevallen het Nederlanderschap ingetrokken op grond van artikel 14, vierde lid, Rijkswet op het Nederlanderschap. In een geval heb ik mijn voornemen uitgebracht tot intrekken van het Nederlanderschap onder artikel 14, tweede lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.


Vraag 2

Onderkent u dat het nodeloos uitblijven van stappen om in concrete gevallen het Nederlanderschap in te trekken de kans kleiner maakt dit alsnog met succes te doen, aangezien het Openbaar Ministerie (OM) doorwerkt aan haar dossiers en dat dan eerder de strafrechtelijke aanpak zou kunnen prevaleren en zelfs de mogelijkheid bestaat dat door tijdsverloop de jihadist al weer teruggekeerd is binnen de landsgrenzen? Hoe valt het uitblijven van stappen te rijmen met bijvoorbeeld de uitspraken van de minister-president dat Syriëgangers beter daar kunnen sterven dan terugkomen naar Nederland en met het feit dat het parlement niet voor niets deze wet heeft aangenomen?

Antwoord op vraag 2

Het strafrecht is een belangrijk instrument bij de bestrijding van terrorisme. Waar mogelijk zet het OM in op strafrechtelijke vervolging, maar wanneer dit niet mogelijk of niet opportuun is, kan intrekking van het Nederlanderschap een maatregel zijn die in het belang van bescherming van de nationale veiligheid noodzakelijk is. Van geval tot geval zal het belang dat wordt gediend met de intrekking van het Nederlanderschap moeten worden afgewogen tegen onder meer het belang van de strafrechtelijke handhaving. Als het Nederlanderschap niet wordt ingetrokken op grond van het nieuwe artikel 14, vierde lid, Rijkswet op het Nederlanderschap, betekent dit niet dat intrekking niet zal plaatsvinden. Als betrokkene is teruggekeerd in Nederland en onherroepelijk wordt veroordeeld voor een terroristisch misdrijf is daarmee een andere grond aanwezig om het Nederlanderschap in te trekken. De mogelijkheid om hiertoe te besluiten beoordeel ik in ieder individueel geval. Zoals hiervoor vermeld zijn er inmiddels concrete stappen gezet om op grond van de nieuwe wettelijke bepaling het Nederlanderschap in te trekken.

 

Vraag 3

Op welke wijze wordt met het OM afgestemd of een bestuurlijke dan wel een strafrechtelijke aanpak moet prevaleren? Aangezien het OM door capaciteitsgebrek nu al niet in staat is alle misdrijven voor de rechter te brengen en helaas soms prioriteiten moeten worden gesteld, acht u het in het kader van de prioriteitstelling nuttig dat het OM enorm veel capaciteit steekt in dit soort zaken, terwijl via een relatief eenvoudige procedure de nationaliteit van de betrokkenen kan worden afgenomen?

Vraag 4

Is het recente voornemen van het OM om in een tiental concrete gevallen tot vervolging (bij verstek) over te gaan met de Immigratie- en Naturalisatiedienst afgestemd? Zo ja, waarom is deze keuze gemaakt en waarom is niet ingezet op de bestuurlijke aanpak?

Antwoord vraag 3 en 4

Over de inzet van strafrechtelijke bevoegdheden gaat in onze rechtsstaat het Openbaar Ministerie. Het OM start tegen elke onderkende uitreiziger een strafrechtelijk onderzoek. Bij het voornemen de nationaliteit in te trekken van een uitreiziger, zal het OM conform artikel 14, vierde lid, Rijkswet op het Nederlanderschap moeten aangeven of dit de strafrechtelijke aanpak niet onaanvaardbaar doorkruist. Dat zal van geval tot geval bekeken moeten worden. Hierbij is het van belang dat strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatregelen elkaar niet hoeven uit te sluiten.

 

Vraag 5

Mocht u nog geen concrete stappen hebben gezet in het kader van bovenvermelde wet, deelt u dan de mening dat het vertrouwen van de bevolking in uw aanpak om jihadstrijders te weren en de speciaal recent daarvoor aangenomen wet uit te voeren, enorm zal afnemen en tot groot onbegrip zal leiden? Realiseert u zich in dat geval voldoende dat de nationale veiligheid hier in het geding is?

Antwoord op vraag 5

Aangezien ik concrete stappen zet is beantwoording van deze vraag niet aan de orde.